3 vreemde historische concepten over aliens

Met elke dag die voorbijgaat, leren we iets meer over de planeet waarop we leven en het universum om ons heen. Toch is iedereen het erover eens dat we nog veel moeten uitzoeken, nietwaar? De langverwachte expedities aan de donkere kant van de maan, de zoektocht naar nieuwe sterrenstelsels en de niet-aflatende zoektocht naar leven buiten de aarde zijn enkele van de factoren die onze honger naar steeds meer kennis over het universum voeden.

Vandaag weten we dat, hoewel we veel hebben gevorderd, er nog veel meer te ontdekken valt buiten de grenzen van de aarde. Dus kun je je voorstellen hoe oude mensen met deze twijfels omgingen in een tijd dat wetenschappelijk denken en technologie verre van waren wat ze vandaag zijn ?!

Bekijk drie nogal vreemde historische concepten die een paar eeuwen geleden opkwamen om met andere planeten en het leven daar om te gaan.

1. Kosmische leerstellingen van de islam

Shutterstock

Buitenaards leven was ook gegarandeerd ruimte onder geleerden uit de gouden periode van de islam. De beroemde filosoof Avicenna schreef een verhaal over een held genaamd Absal, wiens missie het was om de werelden buiten de aarde te bezoeken. In totaal waren er negen koninkrijken met verschillende soorten inwoners.

De maan was de thuisbasis voor korte, snel bewegende mensen. Bewoners van Mercurius waren even kort, maar bewogen langzamer. Volgens de geschiedenis werd Venus geregeerd door vrouwen. Daar waren mensen ook mooi, verfijnd en zorgeloos - het tegenovergestelde van de Mars-bruten.

Volgens de filosoof werden de marsmannetjes onder bevel van een rode koning en genoten ze van het vermoorden en verminken van de mensen. De inwoners van Jupiter waren al intelligent en vriendelijk. De mensen op Saturnus hadden de neiging om slecht te zijn, maar ze konden ook heel goed zijn als ze dat wilden.

Helaas zullen we nooit weten hoe de inwoners van Uranus of Neptunus eruit zouden zien, omdat deze planeten nog niet waren ontdekt toen de filosoof zijn theorieën over het universum deelde. Maar dat weerhield Avicenna er niet van om aan te nemen dat de sterrenbeelden vol steden waren en dat de zon zijn eigen koninkrijk van grote en mooie mensen had.

2. De openbaringen van geesten

De Zweedse spiritist Emanuel Swedenborg ontving van de geesten een reeks openbaringen over het leven buiten de aarde. In zijn dialogen met de entiteiten leerde hij over de bewoners van het zonnestelsel - opnieuw met uitzondering van Uranus en Neptunus, die nog niet waren ontdekt en niet uit de eerste hand door de geesten werden onthuld.

Op deze manier stelde Swedenborg dat alle planeten en manen werden bevolkt door mensachtige wezens. Op de maan bijvoorbeeld geloofde hij dat de inwoners de grootte van een kind hadden. Hij vergeleek de stem van deze wezens met donder, wat zo klonk vanwege de enorme longen die ze moesten inademen genoeg lucht uit de kleine maanatmosfeer.

Aan de andere kant communiceerden de inwoners van Mars via telepathie, waardoor ze met engelen konden praten. Bovendien gingen hun beschrijvingen van mensen uit andere werelden ervan uit dat aliens beter waren dan mensen. De inwoners van Saturnus waren bescheiden en recht en dichter bij God. De mensen van Jupiter woonden in geïsoleerde familie-eenheden, waar de grootste zorg de opvoeding van kinderen is. Er is ook geen afgunst, diefstal of oorlog - en de spiritist beweerde dat ze niet eens van deze menselijke kenmerken wilden horen.

3. De maan en zijn cirkels

De Britse wetenschapper William Herschel is een van de belangrijkste astronomen in de geschiedenis. Onder zijn ontdekkingen zijn Uranus, verschillende manen van Saturnus, infraroodstraling en dubbelsterren. Naast het achterlaten van deze erfenis, was Herschel ook geobsedeerd door het idee van buitenaards leven, vooral op de maan.

Toen in de jaren 1770 noteerde hij in zijn dagboek dat hij bossen en weiden op het maanoppervlak had gezien. Hij beweerde later ook kanalen en sommige vegetatietypen te hebben gezien. Het waren echter de kraters van de maan die de aandacht van de wetenschapper trokken. Daarom bouwde hij de grootste telescoop van die tijd, zodat hij de formaties perfect kon observeren.

Herschel noemde de kraters 'cirkels' en nam aan dat elke cirkel overeenkwam met een stad op de maan, maar al deze concepten over de 'maanlingen' - zoals de wetenschapper de inwoners van onze satelliet noemde - werden pas onthuld na hun dood.