Waarom heeft het Olympische logo vijf gekleurde hoepels?

Om de 4 jaar komen de beste atleten ter wereld samen voor het grootste sportevenement ter wereld: de Olympische Spelen. De competitie, naast het hebben van de grootste symbolen van de sport, zit vol met symboliek, zoals het vuur van de Olympische fakkel, de marathon die herinnert aan een oud Grieks pad en, natuurlijk, zijn opvallende vlag.

De vijf met elkaar verweven ringen, één van elke kleur (blauw, geel, zwart, groen en rood) op de witte achtergrond vertegenwoordigen een van de beroemdste logo's ter wereld. Let er gewoon op dat u precies weet wat het probleem is. Maar precies waarom zijn vijf hoepels, niet zes of zeven? En waarom zijn de kleuren bijvoorbeeld niet paars, oranje, roze, grijs en bruin?

1

Het verhaal verklaart. De moderne Olympische Spelen werden bedacht door de Fransman Pierre de Coubertin in de late negentiende eeuw om de mythische wedstrijden in het oude Griekenland te redden. Hij wilde periodiek een groot sportevenement houden, maar waarbij elk land ter wereld betrokken was.

Om zijn droom waar te maken, organiseerde Coubertin in 1894 een congres in Parijs dat later het Internationaal Olympisch Comité (IOC) zou worden dat nog steeds bestaat. Twee jaar later brachten de eerste moderne Olympische Spelen 241 atleten uit 14 landen samen in de stad Athene. Maar de concurrentie had nog steeds een identiteit nodig.

In 1913 presenteerde Pierre de Coubertin een schets die een van de beroemdste logo's ter wereld zou worden: de vijf Olympische hoepels. Volgens de maker zou elke hoepel een continent van de aarde vertegenwoordigen, rekening houdend met Amerika, Europa, Afrika, Azië en Oceanië, en ze zouden allemaal met elkaar verweven zijn om de Olympische geest van broederschap en loyaliteit die het evenement zocht te versterken.

2

Hoe zit het met kleuren? Welnu, op dat moment maakten alleen Zweden, Griekenland, Frankrijk, Engeland, de Verenigde Staten, Duitsland, België, Italië, Hongarije, Spanje, Japan, China, Australië en Brazilië deel uit van het IOC, en ten minste een van de kleuren van de vlaggen van elk land. kan worden weergegeven door blauw, geel, zwart, groen, rood en wit. "Een echt internationaal embleem", aldus Coubertin's woorden.

In 1920 werd het symbool in Antwerpen (België) voor het eerst officieel gebruikt om nooit te worden gehesen in de gaststad die mensen van over de hele wereld verwelkomt voor de grote viering van de Olympische Spelen.

3